Heb je een snelle internetverbinding van DELTA, dan wil je daar natuurlijk door heel het huis van genieten. Soms werkt het toch niet zoals je wilt en is de wifi traag. In de meeste gevallen ligt dat niet aan je inkomende internetsignaal maar aan andere factoren in en om het huis, waardoor de wifi-sterkte afneemt. We geven daarom 5 tips om je wifi-snelheid te verbeteren.
Dikkere muren en verstopte frequenties
Een zwak wifi-signaal kan allerlei oorzaken hebben. Ten eerste de afstand: hoe meer meters er zitten tussen jou en je router of modem, hoe zwakker het signaal wordt. Bovendien zorgen muren en plafonds ook voor een barrière – zeker omdat de meeste routers zijn weggestopt in de meterkast.
Vergeet ook de buren niet. Gemiddeld zijn er tegenwoordig per huishouden zo’n 10 apparaten draadloos online, zoals mobieltjes, tablets en smartwatches. Hierdoor raakt de frequentie die in de ether voor wifi wordt gereserveerd verstopt. Daarnaast gebruikt een router allerlei kanalen om het signaal uit te zenden. Gebruiken veel buren hetzelfde kanaal? Dan merk je dat aan je wifi-snelheid.
Meer weten over hoe wifi werkt? Lees meer op onze pagina over
wat is wifi?
Tip 1. Meten is weten
Voordat je aanpassingen doet aan je netwerk is het goed om de problemen in kaart te brengen. Met het gratis programma inSSiDer krijg je een duidelijk beeld van de status van je (draadloze) netwerk en waar mogelijke knelpunten zitten. Je kunt ook zien wat het meest optimale wifi-kanaal is om te gebruiken. Goed om te weten: Bij de installatie van je internet heeft de monteur dit ook al voor je gecheckt.
Tip 2. Gebruik de 5 GHz-frequentie
Als je router over de mogelijkheid beschikt, kan het helpen om over te stappen op de 5 GHz-frequentie. Je hebt op deze frequentie geen last meer van bluetooth, babyfoons, magnetrons en routers die je signaal verzwakken. Ook kun je kiezen uit veel meer kanalen. Een nadeel is dat deze frequentie een beperkter bereik heeft. Vooral in de kamer waar het wifi-punt staat heb je er voordeel van. In de handleiding van je apparaat kun je zelf zien of deze frequentie wordt ondersteund en hoe je deze inschakelt.
Tip 3. Leg waar het kan netwerkkabel aan
Aangezien je televisie en mediabox op dezelfde plekken blijven staan is het aan te raden om deze direct met een kabel aan te sluiten op je modem of router. Daarmee garandeer je een optimale snelheid en belast je andere draadloze apparaten minder. Plaats eventueel een switch waarbij je één aansluiting splitst naar meerdere aansluitingen (tot 5).
Tip 4. Installeer een wifi-punt
Last van trage wifi op een specifieke plek in je huis? Dan is het handig om daar een acces point te plaatsen. Je sluit zo’n extra toegangspunt direct aan met een kabel op je router of modem. Zo breid je eenvoudig het draadloze bereik uit in huis. Let op, je moet wel zelf bepalen met welk wifi-punt je je wifi gebruikt. Is je telefoon bijvoorbeeld verbonden met de wifi in de woonkamer en je loopt naar de zolder, zoek dan actief verbinding met de wifi op die etage.
Tip 5. Leg een mesh-netwerk aan
Als je op verschillende plekken last hebt van trage
wifi, dan biedt het mesh-netwerk uitkomst. In zo’n opstelling verbind je een zogenaamde hoofdzender via de kabel met je router die je vervolgens uitbreidt met verschillende draadloze zenders. Je hoeft (in tegenstelling tot een toegangspunt) niet per wifi-punt opnieuw te verbinden of te wisselen van netwerk. Het slimme netwerk doet het werk en zorgt ervoor dat je overal in huis het beste signaal hebt.
Bonustip 6. De locatie van je modem
De locatie van het modem is bepalend voor de snelheid van de wifi. Hangt jouw modem in de meterkast dan is het bereik wellicht minder goed en heb je een extra wifi-punt nodig.