Nokia XS-2426G-A installeren

Voorbereiding

1. Controleer of alle onderstaande onderdelen in het installatiepakket zitten.

2. Controleer of er een vrij stopcontact is in de buurt van je glasaansluiting.

Glasaansluiting gereedmaken

1. Leg de stroomvoorziening aan voor het modem.

2. Verbreek de verzegeling van de glasaansluiting. Knip met een kniptang de verzegeling van poort 1 los en haal de verzegeling eraf. Poort 1 is altijd de actieve poort voor de glasdiensten. Laat de overige verzegelingen zitten. 

De glasaansluiting is verzegeld toen deze in de woning werd geplaatst. Dit kun je herkennen aan de metalen draadjes met een groen label.

Aansluiten glasvezelmodem

1. Verwijder de lege huls van de glasaansluiting. Haal het lipje eerst een klein beetje naar je toe en schuif de huls naar buiten.

2. Verwijder het rode beschermkapje van de glasvezelconnector die aan het glasmodem is gemonteerd. Hierdoor wordt het uiteinde van de glasvezelkabel zichtbaar.

3. Schuif de glasvezelconnector direct in de lege actieve poort van de glasaansluiting. Bij het plaatsen is een duidelijke klik hoorbaar, de huls zit dan even hoog als die van de poort er naast.

Aansluiten glasvezelmodem op stopcontact

Sluit het glasmodem aan op het stopcontact. Gebruik hiervoor de meegeleverde adapter. Tijdens het opstarten van het glasmodem knippert POWER continu.

Het glasvezelmodem is volledig opgestart wanneer de volgende lampjes branden:

• POWER
• LINK
• AUTH
• INTERNET
• WLAN2.4G
• WLAN5G

Let op! Het duurt maximaal 10 minuten voordat het glasvezelmodem volledig is opgestart.

Branden de lampjes op het glasmodem anders?

1. Controleer of er stroom op het glasmodem staat.
2. Controleer of de glasvezelconnector juist is ingeschoven, zie stap 3. 

Wat doe je als het POWER lampje rood is of niet brandt?

Haal de stroom gedurende 1 minuut van het glasmodem af en sluit hem daarna weer aan. Brandt er nog steeds geen POWER lampje? Druk aan de achterkant van het glasmodem het ON/OFF knopje in.

Wat doe je als het LINK lampje niet knippert?

Controleer of je het glasmodem op de juiste wijze hebt aangesloten op de glasaansluiting en of de voor gemonteerde glasvezelkabel goed in de glasvezelconnector zit.

Verbind een apparaat met het modem

Je kan op twee manieren internet aansluiten, bedraad of draadloos. Gebruik je een eigen wifi systeem zoals onze wifi-punten? Zet dan wifi uit en sla deze stappen over.

Bedraad

1. Leg een UTP-kabel vanaf het glasmodem naar de plaats waar jouw apparaat staat die je bekabeld wilt aansluiten.

2. Verbind met de UTP-kabel het glasmodem (UTP-poort = een gele LAN-poort) met jouw apparaat die je bekabeld wilt aansluiten (netwerkpoort).

Wacht enkele seconden tot het icoon voor netwerken op verbonden staat. Jouw apparaat dat je bekabeld wilt aansluiten is verbonden met het glasmodem.

Draadloos

1. Klik in je taakbalk op het netwerkicoon. De beschikbare draadloze netwerken verschijnen.

2. Klik op het wifi-netwerk van het glasmodem om verbinding te maken.

3. Vul de netwerkbeveiligingssleutel (WiFi Key) in om verbinding te maken (zie achterkant van het glasmodem; let op, het is hoofdlettergevoelig). 

4. Klik op 'Volgende'. Wacht enkele seconden tot het icoon voor draadloze netwerken op verbonden staat.

Jouw apparaat heeft nu verbinding met het draadloze netwerk.

Naam en wachtwoord wijzigen

1. Op de sticker van het modem vind u de naam van het netwerk en de WPA sleutel.

2. Ga naar: http://192.168.1.254

3. Log in met de gegevens die op het glasmodem staan.

4. Klik vervolgens op 'Login'. Je bent nu ingelogd op jouw glasmodem.

5. Klik in het linker menu op 'Network' en vervolgens op 'Wireless 2.4GHZ'.

6. Kies een nieuwe naam voor je wifi-netwerk bij ‘SSID Name’.

7. Vul onder ‘WPA Key’ je nieuwe wachtwoord in.

8. Klik op ‘Save’.

Mesh wifi-punten

Heb je ook gekozen voor mesh wifi-punten en wil je gelijk doorgaan met het installeren? Bekijk dan hier ons stappenplan.