Sluit de telefoon aan
- Zorg ervoor dat je een telefoonkabel die bij het toestel is meegeleverd aanlegt naar de plaats waar de telefoon staat. Is er al een telefoonkabel aangelegd, dan kun je deze blijven gebruiken. Heb je een DECT-telefoon met één of meer draadloze toestellen? Sluit dan de telefoonkabel aan op het telefoontoestel.
- Sluit de telefoon aan op het modem met een telefoonkabel.
Ga naar stap 2.
Controleer of de telefoon een kiestoon heeft
Bel hiervoor naar een bekend nummer. Vergeet daarbij niet het netnummer in te toetsen. Hoor je een kiestoon en kun je bellen? Super! Dan is de telefoon goed aangesloten.
Ga anders verder naar stap 3.
Heeft de telefoon geen kiestoon?
Controleer op je modem of je telefonie lampje in orde is. Dit doe je op de volgende manier:
- Heb je een Nokia modem? Dan hoort het lampje van telefonie uit te staan.
- Heb je een ander type modem? Dan hoort het lampje te knipperen wanneer de lijn in gebruik is.
Werkt het telefonie lampje niet zoals het moet? Neem dan contact op met onze klantenservice.
Ga verder naar stap 4.
Herstart je modem en telefoontoestel
Haal je modem en het telefoontoestel 10 seconden van de stroom af en sluit ze daarna weer aan. Wacht totdat beide weer helemaal opgestart zijn.
Ga naar stap 5.
Directe verbinding
Controleer of het telefoontoestel met een enkele directe kabel is aangesloten. De kabel moet aan de ene kant in het modem zitten en de andere kant in het telefoontoestel. Zo haal je storende apparaten en aansluitingen er tussenuit.
Je bent nu klaar met het stappenplan! Bel het nummer 1200 om te controleren of je kan bellen.