Voorbereiding
1. Controleer of alle onderstaande onderdelen in het installatiepakket zitten.
2. Controleer of er een vrij stopcontact is in de buurt van je glasaansluiting.
3. Plaats het glasmodem binnen 1,5 meter van de glasvezelaansluiting op een ruime plek (minimaal 10 cm boven en 5 cm rondom vrij).
4. Wil je straks wifi instellen? Dan is het handig om een foto te maken van de sticker op de achterkant van het modem.
Glasaansluiting gereed maken
1. De glasaansluiting is verzegeld door metalen draadjes met een groen label. Knip met een kniptang alleen de verzegeling van poort 1 op de glasaansluiting door. Dat is altijd de actieve poort.
2. Verwijder de lege huls uit de glasaansluiting. Dit doe je als volgt: Haal het lipje eerst een klein beetje naar je toe (1) en schuif de huls naar buiten (2)
3. Verwijder het rode beschermkapje van de glasvezelconnector die aan het glasmodem is gemonteerd. Hierdoor wordt het uiteinde van de glasvezelkabel zichtbaar.
4. Schuif de glasvezelconnector direct in de lege actieve poort van de glasaansluiting. Bij het plaatsen is een duidelijke klik hoorbaar, de huls zit dan even hoog als die van de poort er naast.
Aansluiten glasvezelmodem
Sluit het glasvezelmodem aan op het stopcontact. Gebruik hiervoor de meegeleverde adapter. Druk het POWER knopje in dat achter op het glasmodem zit. Tijdens het opstarten van het glasmodem knipperen de lampjes.
Het glasvezelmodem is volledig opgestart wanneer de volgende lampjes branden:
Let op! Het duurt maximaal 10 minuten voordat het glasvezelmodem volledig is opgestart.
Branden de lampjes op het glasmodem anders?
1. Controleer of er stroom op het glasmodem staat.
2. Controleer of de glasvezelconnector juist is ingeschoven, zie stap 2.
Activeer je diensten
Je kan op twee manieren gebruik maken van het internet, bedraad of draadloos via wifi.
Bedraad
1. Verbind met de UTP-kabel het glasmodem (apparaten die geschikt zijn voor 10Gb/s op metalen LAN-poort en overigeproducten op zwarte LAN-poorten) met het apparaat dat je bekabeld wilt aansluiten (netwerkpoort).
2. Wacht enkele seconden tot het icoon voor netwerken op verbonden staat.
Jouw apparaat dat je bekabeld wilt aansluiten is verbonden met het glasmodem.
Draadloos
1. Klik in je taakbalk op het netwerkicoon. De beschikbare draadloze netwerken verschijnen.
2. Klik op het wifi-netwerk van het glasmodem om verbinding te maken.
3. Vul de netwerkbeveiligingssleutel in om verbinding te maken. Gebruik hiervoor de informatie van de sticker van onder het modem.
Jouw apparaat heeft nu verbinding met het draadloze netwerk.
Wifi naam en wachtwoord wijzigen
Tip: Als je gebruik gaat maken van de mesh wifi-punten kan je deze stap overslaan en doorgaan naar stap 6.
1. Ga een internetbrowser en ga naar : http://192.168.1.254
2. Log in met de gegevens die onderop het glasmodem staan.
3. Klik vervolgens op 'Login'. Je bent nu ingelogd op jouw glasmodem.
4. Klik op het tandwieltje naast 'Wifi'.
5. Kies een nieuwe naam voor je wifi-netwerk bij ‘SSID Name’.
6. Vul onder ‘Security Password’ je nieuwe wachtwoord in en herhaal dit bij 'Confirm password'.
7. Klik op 'Apply’.
Mesh wifi-punten
Heb je ook gekozen voor mesh wifi-punten en wil je gelijk doorgaan met het installeren? Bekijk dan hier ons stappenplan.